Lezen

werkbladen:

dit is het alfabet:

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

 

ik ben boos

eet eens door zegt mama.

maar bas heeft geen zin.

ik wil taart en snoep! roept hij.

mama wordt er kribbig van.

eerst je bord leeg eten.

Daarna krijg je een toetje.

Maar Bas wil niet.

Kwaad loopt hij van tafel.

ik ben boos.

boos op mam.

gaat bas weg?

weg van huis?

Bas pakt zijn koffertje.

als ik geen taart krijg loop ik weg.

en ik kom nooit meer terug! roep hij.

ja hoor zegt mama

je doet maar.

daar gaat Bas.

hij stapt flink door.

helemaal aleen naar het bos.

ik maak een mooie hut.

van takken en bladeren.

daar eet ik wat ik wil denkt Bas.

bas is inhet bos.

maar wat is dat?

is dat een voet?

de voet van een reus?

Bas vindt het spannend in het bos.

het kriebelt in zijn buik.

van wie is die laars?

woont hier misschien een reus?

en hij wordt heel boos op Bas?

omdat Bas in het bos komt?

Bas denkt niet meer aan zijn hut.

en hij durft niet te kijken.

hij houdt zijn aden in.

daar is big.

dag big!

wat doe je raar.

kijk daar,die tak!

wat zie je dan? vraagt Bas.

Big wordt heel bleek.

Bas Bas kijk dan! gild big

er hangt een hoed in die boom.

dat is geen gewone hoed.

dat is de hoed van een heks.

heksen zijn griezels.

die betoveren je.

het is rat maar.

rat zit in de boom.

nu ziet rat weer wat.

is dat een vaas?

dat is heel vreemd!

daar ligt iets achter een dikke boom.

het is een vaas.

die neem ik mee zegt Bas.

een mooie vaas voor mijn moeder.

nee niet doen ! roep rat.

er kan een geest in zitten.

bestaan die dan? vraagt Bas.

als je er een tegenkomt zegt rat.

dan is het met je gedaan.

rat wet het heel zeker.

nee maar dat zegt mijn mama

oh zegt Bas

dan geloof ik het niet.

maar ik mis mama zegt Bas.

het is heel lang lopen.

daar is mam.

ze heeft taart lekkere taart.

Bas eet taart heel veel taart.

bas eet een lekkere taart met al zijn vriendjes

mmm wat lekker

einde